Rubén Dario Kleimeer
Countryside a report, AMO Rem Koolhaas
Waar het weiland en het woonwagenkamp elkaar ontmoeten. Rubén Dario Kleimeer heeft een voorliefde voor de rafelige randen van de stad en het land. Grijze gebieden die je vaak dichter bij huis vindt dan je zou verwachten. Daar waar de woonwijk eindigt, de sportvelden beginnen wellicht tegen de achtergrond van een snelweg. Of anonieme bebouwing van bedrijventerrein die schuren tegen het landelijk gebied. Op een groter schaalniveau zijn havenmondingen, luchthavens en andere industriegebieden plekken waar Nederland zijn grip op de ruimte prijs moet geven. Het observeren van de gebouwde omgeving vormt de kern van zijn praktijk. Ervaringen uit het veld koppelend aan de theoretiserende kant van de architectuur. Door opzoek te gaan naar ongeplande scenarios die zich voordoen in de stedelijke omgeving bevraagt hij in wat voor samenleving wij ons vandaag de dag bevinden.
De benadering van de ruimte heeft veel overeenkomsten met die van een stadsetnoloog, een veldonderzoeker van ruimtelijke en sociale context.
Middels participerende observatie signaleert en duidt deze wat er speelt op een gegeven locatie. Kleimeer hanteert de fotocamera als een meetkundig instrument waarmee hij ruimten portretteert waarin wij wonen, werken en recreëren. Gebalanceerde fotografische voorstellingen waarin de kijker zich met eenvoud kan verplaatsen. De composities liggen in het verlengde van klassieke architectuurtekeningen zoals een aanzicht, een perspectivische weergave op ooghoogte danwel een overzicht vanuit vogelvluchtperspectief. De met zorg gekadreerde fotobeelden bevatten aanknopingspunten die mijmeren over de kwaliteit van de ruimte. Het is aan de kijker, hoe om te gaan met de aanreikingen uit het beeld.
De fotobeelden zelf komen voort uit menig omzwerving door straten, over pleinen en naar buurten. Een houding die samenvalt met vormende hobbies die tot op de dag
van vandaag bedreven worden zoals skateboarden, snowboarden en wielrennen. Streetskaters zijn opzoek naar spots in de stad die een ander doel kunnen dienen dan
waar zij van origine voor bedoeld zijn. Trappen om vanaf te ‘ollie-en’ leuningen om over te ‘sliden’ en randen om op te ‘grinden.’ In die zoekende houding zit een alertheid
en aanpassend vermogen verpakt. Dankzij een bepaalde vindingrijkheid kun je ruimten nieuwe betekenis toedichten, zoals backcountry snowboarders nieuwe lijnen willen
vinden in verse poedersneeuw. De serie ‘Imaginary Perspectives’ vervaardigd op Rotterdamse bodem, speelt met die transformerende gedachten. Het werk bestudeert fragmenten van bestaande bouwwerken die zijn vervaardigd van steen, staal en beton. De architectuur met zijn gekromde vlakken wordt gewaardeerd om zijn sculpturale kwaliteit. De zwart-wit fotobeelden doen een appèl op het inbeeldend vermogen van de kijker. In de herfst van 2018 vertoonde ContourGallery het project met een solotentoonstelling, dit najaar zal het werk opnieuw
Bio
‘the Potential of the Unintentional’ (Rotterdam 2021) wordt vertoond bij Contour Gallery die zijn werk vertegenwoordigt. Andere langlopende projecten waren eerder te zien zoals bij ’Living the City’ (Tempelhof Berlijn 2020), ‘Imaginary Perspectives’ (Rotterdam 2018) 'Inbetween. Spatial Discourse in Visual Culutre' (Aedes Gallery Berlijn 2014) en 'Città Ideale' (Van Kranendonk Galerie Den Haag 2013)
Met regelmaat worden onderzoekende beeldessays gepubliceerd in ‘Blauwe Kamer’ vaktijdschrift voor stedenbouw en landschapsarchitectuur. In samenwerking met Het Nieuwe Instituut verscheen het boekwerk ‘Letters to the Mayor’ Als jurylid van ‘Grote Maaskantprijs 2020’ vervaardigde hij interpreterende fotobeelden bij het oeuvre van winnaar Michelle Provoost.
Naast werk in opdracht voor architecten, ontwerpers en stedenbouwkundigen
doceerde hij recentelijk aan de Rotterdamse Academie Van Bouwkunst, de Amsterdamse Fotoacademie en de Independent School for the City.