Arie Berghout
Met kijken naar kunst kan men niet vroeg genoeg beginnen. Op bovenstaande foto ziet u mij met kleindochter Sofie, in Boijmans. Als leerlingen op het Marnix Gymnasium werden wij door de tekenleraar, mijnheer van Riet, regelmatig meegenomen naar dit museum. Leuke uitjes, al was het maar om even het schoolgebouw uit te zijn. Van de bewonderde schilderijen en beelden kan ik mij niet veel meer herinneren. Wellicht ook omdat de toelichting vaak moeilijk te verstaan was (‘Almachtig God bad heer van Riet, God hoorde hem wel maar verstond hem niet’, had een van ons gedicht).
Na de middelbare school ging ik geneeskunde studeren in Amsterdam, werd internist en kwam tenslotte weer in Rotterdam terecht, in het Maasstadziekenhuis. Voor de nieuwbouw ervan hielp ik mee een aantal kunstenaars uit te nodigen voor het realiseren van werken in opdracht. Na mijn pensionering schreef ik een biografie van Isidore Snapper (1889-1973) hoogleraar interne geneeskunde in Amsterdam, Peking en New York. Recent kwam van dit werk een Engelse vertaling uit.
Het blijvend effect van het kunstonderwijs op het gymnasium was dat het museum geen drempel meer had. Bij galeries duurde het wel even voordat ik naar binnen durfde te gaan. Ik koop al lange tijd kunst aan, kunst in de ruimste zin van het woord, ook in opdracht. Een lijn is in de bijeengebrachte werken niet zo te ontdekken, de objekten fungeren meer als markeringspunten van het bestaan. Vreugdevollle, droevige, en momenten zomaar.
Elk voorwerp roept eigen herinneringen op. Zo was een laatste aanschaf een linker oor uitgevoerd in een soort beton, in een glazen stolp geplaatst. Ik ben doof aan dat oor, het beeld biedt mij troost. Een grote collage van geschilderde planten en foto’s van gebouwen herinnert aan het dagelijkse fietsen over de viaducten rond de Van Brienenoord brug, van en naar het werk. Een trompe l’oeil tapijt, gezien op Object Rotterdam, ligt op de grond. Een prachtige vaas kochten we onlangs bij een kunstenares die ik heb leren kennen op de ijsbaan. En zo meer.
Mijn keuze uit de Kunstambassade
Olphaert den Otter
Het verbeelden van rampen en vernietiging door mensenhand noemt Olphaert ‘World Stress Painting’, waaronder dit beeld wat wij kochten over Libanon. Ik kijk met angst en beven uit naar het werk dat hij gaat maken naar aanleiding van de beelden uit Oekraïne.
Lizan Freijsen
Naar dit werk kijken we elke dag met veel plezier.
Jan Eric Visser
Ik draag voor
Ben Zegers
Het werk van Ben Zegers laat zich niet eenvoudig omschrijven. Neem de Twee Voeten op de Binnenrotte. Metershoge sculpturen die het beeld op dit plein bepalen. Zijn ze identiek? sta je al snel te peinzen. Daar kom je niet zo makkelijk achter, ook niet nadat je een aantal malen heen en weer bent gelopen. Van de in het trottoir geplaatste tekst: ‘Iedereen is dood behalve wij’, word je niet veel wijzer. In de brochure naar aanleiding van Zegers’ tentoonstelling in Museum Boymans-van Beuningen in 1993/94 zien we afbeeldingen van gelaagde houten objekten, meubelachtige stukken, collages. Op het atelier ook schilderijen en knipsels. Als we zoeken naar een richting komen we er niet uit: de sleutel van zijn werk is niet te vinden in ‘schilderkunst’, ‘beeldhouwen’, ‘conceptuele kunst’. We kijken kennelijk verkeerd en dat is nu precies de kern van zijn werk. Kijken. Zoals naar de voeten op de markt. Wat zie je precies, wat wordt afgebeeld, zijn ze gelijk. De indruk die het werk achterlaat laat je niet meer los, juist omdat je het werk aanvankelijk op een totaal andere wijze benaderd hebt. Je moet bekennen dat je eerst niet gezien hebt. Kortom, Ben Zegers maakt beeldende kunst.